Er ligt daar inderdaad een brede strook tussen de drukke Noordkaai en de bedrijven zelve. Voor een breed fietspad, netjes afgezonderd van het verkeer.
Burgemeester Bert Maertens (N-VA) kwam graag luisteren naar de mening van de bedrijven langs de Noordkaai. Ze wezen allemaal op hun uit-en afritten langs de kaai. Ook de burgemeester had al eens vluchtig vastgesteld dat er meer dan 20 zijn. Maar hij keek verwonderd op van het drukke verkeer dat de Noordkaai op en af rijdt. Febelco spreekt dagelijks van 750 wagens, Olivier Construct van 40.000 ritten per jaar, For Farmers meer dan 100 per dag; de wagens staan daar trouwens reeds ’s morgens vroeg vanaf 5 uur op de baan aan te schuiven. Kortom, ieder bedrijf zendt dagelijks minstens 100 zware wagens de Noordkaai op en af.
De cijfers schrijven hier duidelijk het verhaal. Met hun watergebonden karakter houden de bedrijven duizenden vrachtwagens van de baan , een duidelijke ecologische strategie, maar een fietspad net voor hun in-en uitrit is levensgevaarlijk. Zij vragen juist een uitstekende verbinding met de E403 waar nu dagelijks lange files van ’s morgens vroeg aanschuiven om de autoweg op te rijden.
Alhoewel de stad duidelijk het woon-werkverkeer met de fiets wil aanmoedigen, kan het voor de bedrijven hier echt niet, ofschoon een aantal van hun eigenwerknemers met de fiets naar het bedrijf rijden en met dit fietspad heel opgezet zouden zijn.
Als alternatief werd even verwezen naar een fietsbrug vanuit het jaagpad langs de Zuidkaai. Maar zo’n fietsbrug vereist een grote landingsruimte en de kosten zijn maatschappelijk niet rendabel, vond de burgemeester.
De burgemeester benadrukte dat er nog geen enkele beslissing werd genomen noch door de stad noch door de provincie. Budget is niet voorzien, ofschoon men bij de stadsdiensten er vanuit gaat dat dit pad er ooit komt. En zo kwam een tweede probleem op tafel. Die brede aardestrook ligt er wel heel vuil bij, en vuil trekt vuil aan. De bedrijven stelden de burgemeester voor om zelf ieder voor zijn deur die strook te onderhouden als de stad instaat voor de aanleg van een mooie grasstrook.
Slotsom: een nuttig gesprek weliswaar zonder concrete resultaten, maar met duidelijke intenties en afspraken. De burgemeester legt het standpunt van de bedrijven aan het schepencollege voor, inclusief hun argumenten. Er komt een vast aanspreekpunt vanuit de stad ( schepen? burgemeester zelf?) en de samenkomst bewijst de noodzaak van regelmatig overleg.